Zorgzame gemeenschappen: waarom zou je die uitnodigen aan de overlegtafels van de

IZA-regioplannen?

In de diverse zorgakkoorden, zoals IZA, WOZO en GALA, wordt veel waarde gehecht aan het

betrekken van burgers/patiënten aan de beleidstafels. Zonder actieve bijdrage van burgers, cliënten

en patiënten gaat de échte zorgtransformatie niet lukken, daar is iedereen het wel over eens. Van

burgers wordt ook verwacht dat zij meer zelf doen. Dat betekent dat zij meer invloed en zeggenschap

moeten hebben wat er lokaal en in hun regio gebeurt. Dat wordt ook erkend door het Ministerie van

VWS en Zorgverzekeraars Nederland.

In de IZA-criteria voor de regioplannen staat:

Het opstellen van het regioplan gebeurt gezamenlijk door een afvaardiging van relevante

zorgaanbieders, burger-/patiëntvertegenwoordigers, zorgprofessionals, zorgverzekeraars en

gemeenten.

Er zijn twee voorwaarden voor een goede burger-/patiëntvertegenwoordiging aan de IZA-regiotafels.

Ten eerste moet er een goede afspiegeling zijn van de burger, ofwel: de juiste burger aan tafel, en ten

tweede moet de deelname van de burger/patiënt volwaardig zijn.

De juiste burger aan tafel

Om een goede afspiegeling van de burger in al zijn verscheidenheid in de regio te verkrijgen, is élk

van de volgende groepen van belang:

• Nuldelijnszorg (zorgzame gemeenschappen)

• Patiënten (curatieve zorg)

• Cliënten (ouderen-, jeugd- en gehandicaptenzorg)

• Ouderen

We lichten hier alleen de nuldelijnszorg toe.

Met nuldelijnszorg bedoelen wij de door burgers zelf georganiseerde zorg. Samen met lokale

professionals kunnen burgercollectieven mensen ‘verleiden’ tot gezond gedrag en werken aan een

gezonde leefomgeving. Dat betekent dat deze beweging van grote toegevoegde waarde is, niet alleen

lokaal voor de burgers die erbij betrokken zijn, maar ook in de transitie naar een duurzaam

zorgstelsel. Vitaliteit ontstaat als mensen betrokken zijn bij hun leefomgeving en zingeving ervaren

omdat ze daar een positieve bijdrage aan kunnen leveren. Zo snijdt het mes aan twee kanten.

Zorgzame gemeenschappen kennen een divers aanbod, en we kennen ze ook onder vele

verschillende benamingen zoals zorgcoöperaties, zorgzame dorpen, noaberzorgpunten en

stadsdorpen. Het begint meestal met het organiseren van ontmoeting en welzijnsactiviteiten, maar kan

uitgroeien tot zorgverlening (wijkverpleging), maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en het realiseren

van kleinschalige woonvoorzieningen voor ouderen. Inmiddels zijn er in ons land naar schatting meer

dan 2.000 zorgzame gemeenschappen, en er komen er jaarlijks 100 tot 200 bij.

Eé n van de effecten is dat de sociale cohesie toeneemt en dat de bewoners meer op elkaar betrokken

raken. Er wordt veel gebruik gemaakt van vrijwillige inzet en problemen worden in een vroeg stadium

gesignaleerd. Eenzaamheid vermindert en mantelzorgers worden adequaat ondersteund. Zo wordt

veel zorg voorkomen. Nuldelijnszorg en informele zorg gaan hierbij hand-in-hand.

Deze vorm van zorg en ondersteuning is voor iedereen beter en kost minder dan de formele zorg.

Deze loopt steeds meer tegen zijn financiële en personele grenzen aan. Een goede samenwerking

tussen formele en nuldelijnszorg is de enige oplossing voor de langere termijn.

Het perspectief van zorgzame gemeenschappen wordt op landelijk niveau ingebracht door Nederland

Zorgt Voor Elkaar (NLZVE). Op regionaal niveau zijn er in vrijwel alle provincies en grote steden

netwerken van zorgzame gemeenschappen, dat zijn de leden van NLZVE die in bijgaande flyer

vermeld zijn. Zij zijn de logische gesprekspartner namens de nuldelijnszorg aan de regionale IZA-

overlegtafels. In sommige regio’s is (nog) geen netwerk van zorgzame gemeenschappen, in dat geval

kan NLZVE de vertegenwoordiging op zich nemen.

De burger volwaardig aan tafel

De traditionele rol van patiëntenorganisaties is dat zij als belanghebbende inspraak verlangen, maar

de rol van de nuldelijnszorg is vooral die van samenwerkingspartner, als onderdeel van het brede

zorgstelsel. Dat betekent dus een positie die gelijkwaardig is aan bijvoorbeeld die van de huisartsen of

de VVT-sector.

Het is daarom ook nodig dat de burger niet alleen bij de planvorming een belangrijke stem heeft. Maar

daarna ook bij de uitvoering van de plannen, en daar doorlopend nauw bij betrokken zijn. Waarbij we

steeds, bijvoorbeeld via burgerberaden of opinieonderzoek, toetsen of we op de goede weg zijn.

Share Button
Integraal Zorg Akkoord